De tocht –te voet-

van Puglia naar Abruzzo duurde een dag of vijftien à twintig. Per dag werden ongeveer veertig kilometer afgelegd. Als gevolg van deze regelmatige, massale migratie onstonden de eerste echte wegen. Alles wat zich op deze routes bevond werd letterlijk weggegraasd. De “tratturi” (paden), werden steeds breder, soms meer dan honderd meter. Langs de routes van de transumanza ontstonden bedrijven, kerken, overnachtingsplaatsen en steden. Nu nog worden de meest interessante archeologischge vondsten langs de transumanza- route gevonden. In het begin stuitten de herders van de alles verslindende kuddes schapen, geiten en koeien op nogal wat weerstand van de boeren die ze op hun weg tegenkwamen. Die zagen hoe hun akkers werden kaalgevreten en platgetrapt en ze gingen de strijd met de herders aan. Er vielen veel slachtoffers onder beide partijen en er ontstonden ware bloedvetes, Pas toen de Romeinen in de gaten kregen dat er veel geld viel te verdienen met de handel in wol en vlees kregen de herders een zekere bescherming maar moesten ook belastingen betalen. Aan het eind van de middeleeuwen, toen Italie een koninkrijk werd, werd de transumanza aan ijzeren regels onderworpen. De tratturi, de hoofdwegen moesten overal een gelijke breedte hebben van 111 meter. De kleinere wegen, “traturielli” de helft daarvan, dus ongeveer 55 meter. En tenslotte de “bracce” , die een breedte van 25 meter hadden. De paden werden gecontroleerd door een soort bereden politie. Als een boer een boom plantte op een tratturo kreeg hij de doodstraf  lees verder

terug

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.